Alles is energie en de hoeveelheid levensenergie in mensen, dieren, ruimten, voedsel, voorwerpen, krachtplaatsen en symbolen kun je eenvoudige en accuraat meten met een zogenaamde Biometer of Bovismeter.
Via André Bovis (1871-1947), zijn leerling André Simoneton en later de Zwitserse ‘geobioloog’ Blanche Merz (1919-2002) werd de moderne Bovis- schaal ontwikkeld.
Dit is geen apparaat, maar een liniaal of schijf waarop getallen zijn genoteerd. Deze zogenaamde Boviswaarden kun je meten met een pendel, een wichelroede, een bio-tensor of met kinesiologie.
Is het te zien?
Levensenergie in een plant, mens of voedsel kun je nog wel zien. Een wegkwijnende plant, verlepte sla of een wegkwijnende zieke zijn voorbeelden van lage levensenergie.
Per definitie is hoe hoger des te beter.
Voor ruimtes, voorwerpen, krachtplaatsen en symbolen wordt het lastiger. Het is niet te zien maar vaak wel te voelen. En dus ook te meten.
Je kunt een gebouw binnenstappen en de sensatie hebben van onaangenaam/ ongastvrij/somber. Je kunt ergens in de natuur zijn en ervaren dat je eigen gevoel van welbevinden toeneemt als reactie op de omgeving.
Met wie en wat heb je interactie?
Als alles energie is en een hoeveelheid levensenergie heeft dan is het belangrijk je te omringen met wie en wat een hoge Bovis- waarde heeft. Omdat er altijd een interactie plaats vindt tussen jou en je omgeving.
In de Ravnetunnels in Visoko Bosnië is er een Bovis-waarde van 50.000 gemeten. Dat is heel erg hoog. Dat is waarschijnlijk de reden dat het erg fijn is om daar te mediteren en dat er ‘Lourdes’ verhalen zijn over genezingen.
Staat een Bovis- waarde of wel de hoeveelheid levensenergie vast? Nee gelukkig niet, je kunt er zelf ook veel aan doen. Daarover de volgende keer meer.
Hoe staat het met jouw Bovis- waarde?
Laat een reactie achter